Archive

Reading Section 2



2. Muzikale Kroniek 11 Historische Concerten door W. Sibmacher Zijnen

Bron: Algemeen Dagblad. 19 april, 1913.

Door W. Sibmaches Zijkev Aan Engelands muzikaal verleden komt een circulaire mij herinneren, die heden verspreid wordt en aankondigt een zeer bijzonder belangwekkend plan van Dirk Schäfer: tien historische klavier-avonden van hém, in het volgend seizoen! Het is een vriendelijke gedachte van het comité der Engelse concerten om Schäfer's werk te plaatsen in de programma’s van de Dutch Concert Society te Londen: hij staat vooraan op het gebied onzer kamermuziek. Maar nog aangenamer is het voor ons, dat hij besloten heeft voor de dag te komen nu na een te lang toegepaste terughouding zijn grote begaafdheid en enorm kunnen hier te openbaren in een grootse daad. Het woord „groots", door de ondertekenaars van de circulaire gebezigd, zegt niet te veel! Die ondertekenaars — na de Commissaris van Koningin onze provincie, de burgemeester van Amsterdam, de hoofddirecteur van het Rijksmuseum volgen ruim dertig musici, schilders, letterkundigen — ze vertellen nader: „Dirk Schäfer zal niet in hoofdzaak algemeen bekende werken, doch, behalve standaardwerken, weinig gespeelde meesterwerken ten gehore brengen van de grote componisten van de klassieke romantische en moderne scholen van de eersten van onze tijd". Wij zullen, in November (drie avonden), December (een), Januari (drie), Februari (een), Maart (twee), in de kleine zaal van het Concertgebouw dus een overzicht kunnen geven van de geschiedenis en de ontwikkeling van de ganse klavier-literatuur. Zulk een plan, waarvan de volvoering een zeldzame fysieke kracht, maar een nog zeldzamer geestelijk concentratie-vermogen, een volkomen stijl-beheersing en diepe kennis onderstelt, is, op deze schaal, in de historie van het concertleven waarschijnlijk uniek. De tien avonden — ook te Rotterdam worden zij voorbereid — omvatten een piano-bibliotheek, waarvan de oud-Engelse virginal-muziek de alpha en Schönberg de omega is. We moeten toch de lezer enig denkbeeld pogen te geven van wat ons te wachten staat. De eerste avond strekt zich uit van Shakespeare's tijd tot Mozart; vangt aan bij de vroegste, zelfstandige klaviermuziek, een bloei-periode van merkwaardige talenten, als Wiliiam Byrd met zijn danswijzen of variaties op volksliedjes („The carman's whistle"), en John Buil, wiens boerendansen beroemd zijn gebleven en die fris en naïef een vrolijke koninklijke jachtpartij tekende met zijn klavier. Een bloei-periode van de kunst in Engeland, die bij 't begin der zeventiende eeuw overschaduwd werd door de wolken van politiek en godsdienststrijd. Toen trok menig virginalist, John Bull o.a., naar Vlaanderen en ons land. Vanzelf reist Schäfer dan ook naar de Amsterdammer Joh. Pietersz. Sweelinck (Toccata), de eersten van de Nederlandse meesters op orgel en klavier. Met voorbijgaan van Sweelinck's leerlingen in noordelijk Duitsland, wendt hij zich tot de zuid-Duitse of Weense school, van welke Froberger de vertegenwoordiger is (Variaties op het pastoraal liedje „Auf die Meyerin"), en welk een representant der Duitse klaviermuziek! Dan naar het Franse rococo, Francois Couperin, de grote klavecinist die een moderner tijd inluidde, en Jean Ph. Rameau. En na aan de Italianen Dominico Scarlatti en Pietro Paradisi de vereiste eer bewezen te hebben, besluit Schäfer zijn eersten avond met Händel, Haydn, Mozart. Een verre kunstreis wordt de tweede avond niet ondernomen: Joh. Seb. Bach komt (o. a. met de Goldberg-Variaties) aan 't woord, en met hem Karl Phil. Emanuel, Joh. Christoph, Joh. Christian, en Bach's lievelingszoon Wilhelm Friedemann. Met Mozart waren we reeds in den tijd der pianoforte beland: Joh. Christian Bach echter is de schepper van het eerste pianoforte-concert geweest, waarmee een nieuwe periode der klavier-ontwikkeling is geopend. Emanuel was, de lezer weet 't, schrijver van i een der belangrijkste historische klavierstudies en klavier-scholen van de achttiende eeuw: “Verrsuch über die wahre Art das Klavier zu spielen". — En na dezen avond, door de machtige persoonlijkheid van Joh. Seb. Bach overstraald, naderen wij Beethoven. Twee avonden worden hem gewijd. Ik noem slechts de cijfers der Sonaten op, die al voldoende aanwijzing geven: eerst opus 2 no. 3, op. 22, op. 53, op. 54, op. 57; dan de twede (vierde) avond opus 106, op. 109, op. 110, op. 111, en de drieën-dertig (33) Diabelli-variaties. Nu moeten de volgelingen der klassieke meesters hun beurt hebben: Clementi en J. B. Cramer. En zien we de romantiek dagen met John Field, Moscheles en J. N. Hummel, na-bloei van Mozart. Na de voorlopers, de romantiek zelve nog op deze vijfde avond: Schubert (Sonate in Bes, Polonaise, Rondo auf französische Motive, Impromptu); C. M. von Weber (C-dur-sonate), en Mendelssohn („Variations sérieuses").... herinnering aan het jaar 1894, toen Schäfer te Berlijn de Mendelssohnprijs verwierf. Robert Schumann vraagt een ganse avond voor zich (o. a. de „Kreisleriana"), evenals Fr. Chopin (Sonate opus 58, Scherzo's, Rondo opus 16, Mazurka's. Etudes, Préludes etc.). Voor de briljante salonstijl en het schitterend virtuoos klavierspel is de achtste avond bestemd. Van Thalberg, Hummels leerling, Schumann's vereerder, Liszt's mededinger, wordt een pompeuze „Fantasie" gespeeld. Van Henselt, die eer onder de Duitse romantici zijn plaats heeft, en welhaast geheel vergeten, zullen we een „Berceuse" te horen krijgen. Dan uit den Weimar-kring Karl Tausig, de glansrijke parafraseer, en Liszt zelf (Dante-Sonate, Legende H. Franziscus, Mephisto-wals, tweede concert-Etude, Valse caprice, XIII Rhapsodie). En ook Ant. Rubinstein, die ons in de tegenwoordige tijd voert. Johannes Brahms heeft de negenden avond. En de laatste wordt ingenomen door Max Reger (Bach- variaties), Claude. Debussy; drie Hollanders Julius Röntgen, Gerard von Brucken Fock en Dirk Schäfer; Arnold Schönberg; met César Franck als grandioos besluit: „Prélude, Choral et Fugue". Deze Franck-voordracht, en andere, zijn van vroeger optreden van Dirk Schäfer ons in de beste heugenis gebleven. Ze zijn ons waarborg dat met de ganse cyclus, door hèm, ons een bron geopend wordt rijk vloeiend, verheugend en indrukwekkend. Een bron van muzikale leerling, van klavier pedagogische betekenis, met in waarden aan te duiden. Een bron van schoonheid, later, zo mogelijk, met moorden van bewondering en erkentelijkheid te omschrijven — maar nu reeds, bij het lichtend uitzicht op verwezenlijking der belofte, met blij verlangen te begroeten!. Voor meer informatie betreffende concertdata + werken die er gespeeld zijn: << klik hier >>


Dirk Schäfer Archive