Archive

Reading Section 6



Dirk Schäfer | Willem Mengelberg

samenwerking met het Concertgebouworkest

In het interview van Henriëtte Mooy met Dirk Schäfer in 1929 wordt Dirk Schäfer gevraagd naar de samenwerking met het Concertgebouworkest en indirect met dirigent Willem Mengelberg. Dirk Schäfer geeft een eerlijk en to-the-point antwoord. Het complete interview is te lezen op deze website: klik hier Mooy — “Wanneer zullen wij eens het genoegen krijgen U met ons Concertgebouworkest op het podium in de grote zaal te zien?" Schäfer — “Dat zal ik niet meer beleven." Mooy — “Wilt en kunt U dan de oorzaken noemen waardoor U nimmer op een Abonnements-concert met ons orkest optreedt?" Schäfer — "Men heeft mij dit van de zijde van het Concertgebouw onmogelijk gemaakt. Sinds 20 jaren ben ik niet in de Concertgebouw-Abonnementsconcerten opgetreden. In 1916 kreeg ik mijn éérste uitnodiging sedert 1909, die ik weigerde te aanvaarden aangezien mijn kunstopvattingen niet harmoniseren met die van de eerste dirigent (red: Willem Mengelberg), waarmede de sindsdien absolute negatie van het Concertgebouwbestuur te mijnen opzichte echter allerminst te verontschuldigen is sedert jaren ook andere dirigenten aan die inrichting verbonden zijn.” In een artikel in de Telegraaf van 10 april 1917 wordt het volgende aangehaald betreffende het Concertgebouworkest en de samenwerking met chef-dirigent Willem Mengelberg. Het complete artikel kan gelezen worden op << klik hier >> Het volgende wordt benoemd betreffende Dirk Schäfer: “…. De bewindvoerder Mengelberg heeft hier zijne slaven, in Duitsland heeft hij zijne relaties. En men laat hem zijn gang paan. Dat Liesbeth Meissner oven goed zingt als Edith Walker boezemt hem niet het minste belang in, omdat Edith Walker over do grens betere verbindingen verschaft. Dat Helvoirt Pel even goed zingt als een Paul Knüpfer, kan hem niet schelen, omdat hij van een Knüpfer moer vriendelijkheden mag hopen. Dat zijne gewone gedragslijn. Een tiende-rangs Duitse pianist en componist, Otto Noitzel, treedt op in onze zalen omdat hij beminnelijke artikels schrijft over Mengelberg in de “Köln Zeltung". Aan Nederlanders stelt de heer Mengelberg zulke eisen of slaat tegen hen zulke toon aan, dat een geniaal kunstenaar als Dirk Schäfer weigert om onder leiding van Mengelberg op te treden. Men bewondert Schäfer, maar de bewindvoerder laat men zijn gang gaan.”


Dirk Schäfer Archive

Het Vaderland. 20 februari, 1931.
Het Vaderland. 30 november, 1931

Evert Cornelis | Willem Mengelberg

Bron: Nieuwe Rotterdamsche Courant. 21 december, 1919.

Het volgende artikel is afkomstig uit de krant Nieuwe Rotterdamsche Courant van 24 december, 1919. In dit artikel wordt het ontstane conflict tussen Willem Mengelberg cq. het Concertgebouworkest en Evert Cornelis (tweede dirigent Concertgebouworkest) benoemd. Het Concertgebouw Bij de uitgave voor kunsten en wetenschappen, en wel bij do subsidie voor het Concertgebouw ad f 60000 noopt spreker, dat B. en W. hun invloed zullen aanwenden tot verbetering van arbeidsvoorwaarden van de orkestleden. Waar het bestuur van het Concertgebouw, een zwaar gesubsidieerde instelling, zo eigenmachtig optreedt als het doet, wordt het tijd, dat de gemeente eens krachtig ingrijpt. Er bestaat bij publiek zowel als bij do leden van het orkest grote ontevredenheid over de artistieke leiding. Een inrichting, die zo diep put uit de publieke klassen, mag niet zo eenzijdig bestuurd worden. Dat conflict verscherpt zich steels en heeft zijn hoogte bereikt in het ontslag van Evert Cornelis, die de voorstander was van het volgen van een nieuwe strooming. Er is op deze kunstenaar van erkende bekwaamheid een ongehoorde tactiek toegepast. Er is wel degelijk een vorm te vinden om aan deze toestand een einde te maken en wel door een georganiseerd overleg in te voeren, niet alleen over materiële aangelegenheden, maar ook over artistiek beleid. De heer Kleerekoper acht het voorgestelde subsidie ook in verband mot het grote aantal volksconcerten te laag. Conflicten als tussen Mengelberg en Evert Cornelis kunnen boter buiten de raad blijven, omdat men anders tegenstanders van overheidsbemoeiing een wapen in de hand geeft. Kunnen we debattoeren over de vraag, of hoe conflict Cornelis-Mengelberg voortkomt uit verschil van opvatting over bepaalde stromingen op muzikaal gebiedt. Om deze vraag te beoordelen, moet men muzikaal en technisch onderlegd zijn, wat de raad als zodanig mist. Wanneer er werkelijk een zo sterke oppositie is bij do abonneés tegen de gestes van hot Concertgebouwbestuur en tegen de vorming van een naamloze vennootschap, dan moet die strijd tussen beide partijen uitgevochten worden. En zijn de grieven waarlijk algemeen onder de abonnees, dan zal hot bestuur ten slotte moeten wijken. Wanneer intussen het gevolg van het debat mocht zijn het ontstaan van een georganiseerd overleg tussen bestuur en orkestleden, zal spreker het niet betreuren, dat dit debat gevoerd is. De voorzitter zegt, dat de gemeente thans niet verder gaan kan met de subsidie. Aan die subsidie heeft zij verbonden de voorwaarde, dat de gemeente invloed mag uitoefenen op de arbeidsvoorwaarden. De gemeente kan echter nog niet ingrijpen in de artistieke leiding; we hebben nu eenmaal rekening te houden met een persoon als Mengelberg. Een ingrijpen van het gemeentebestuur zoals de heer Polak wenst zou ten gevolge hebben het omlaaghalen van het Concertgebouworkest. Wanneer er een meerderheid van abonnees is tegen het bestuur, dan kan hot niet anders of het bestuur moet daarvoor tenslotte wijken. (Wordt vervolgd.)


Kunstnieuws | Een ontslag

Bron: Rotterdamsch nieuwsblad. 13 oktober, 1921.

Bijgaand een opmerkelijk krantenartikel betreffende een solo optreden van Dirk Schäfer in de Grote Zaal van het Concertgebouw in Amsterdam.
