Archive

Reading Section 7



Gemengd nieuws Een edele daad

Bron: Nieuwe Zeeuwsche Courant. 20 mei, 1919.

Een edele daad. De “N. Haarl. Crt.” schrijft: Hij was 'n jongeman van omstreeks 25 jaar en ging een prachtige toekomst tegemoet. Want van jongs- af-aan had hij zich geheel aan de muziek gewijd. Van 's morgens tot 's avonds zat hij voor de piano te studeren en vorderde snel in zijn studie. Hij was onbemiddeld, doch kunstliefhebbers, zijn talenten opmerkend, hielpen hem vooruit en zo volgde hij spoedig met veel succes de lessen aan het Conservatorium. Doch de wrede ziekte, die reeds zo vele jonge levens geknakt heeft, de tuberculose, greep ook hem in haar klauwen en wierp hem onverbiddelijk op het ziekbed. Nu ligt hij al 7 à 8 maanden thuis in het kleine ziekenkamertje te worstelen met de slopende kwaal. Met al de wilskracht en energie van 'n jong leven vol idealen vecht hij voor z'n beterschap en hoopt zijn muzikale studie binnen niet al te langen tijd te kunnen voortzetten. Zijn geneesheer, ook 'n grote muziek minnaar, hoorde hem dikwijls klagen ... Dat hij zelf niet meer spelen kon, was natuurlijk zeer verdrietig … maar 't ergste was, dat hij in al die maanden nooit meer 'n goed, n mooi stuk muziek gehoord had. Het gebeurde, dat de dokter dezer dagen een concert bezocht van beroemden pianist, die een oude vriend van hem was. En in de pauze kreeg de geneesheer 'n geniaal plan, dat hij echter spoedig als onuitvoerbaar uit zijn hoofd moest zetten ... Toch deed hij 'n poging ... wie weet ... hij kende het karakter van de kunstenaar. 'n Kort onderhoud vervulde hem reeds met een blijde hoop. En de volgenden dag had hij reeds het antwoord van de kunstenaar … het verzoek van de dokter was ingewilligd. Dee anderen morgen kwam hij bij de patiënt-musicus. Zo losjesweg vertelde hij den jongeman, dat een oud vriend van des middags wel een half uurtje voor hem wilde komen spelen. Dit vond de zieke verrukkelijk … maar opeens betrok zijn gelaat. Is 't 'n goede pianist? Dat gaat nog al hij speelt heel aardig. Hm ... dan zal m'n piano wel gestemd moeten worden … Wil u misschien zo goed zijn, even 'n paar akkoorden aan te slaan? De dokter deed het … heel bevredigend was de uitslag niet. Ja, hernam de zieke, als ik nu wist, of ’t niet erg hinderde ... die piano is in geen acht maanden gebruikt. Mag ik ook weten, wie die vriend van u is? Hm eh ... ja … 't is ... is Dirk Schäfer. Met 'n ruk vloog de jongen in z'n bed overeind …. Wat .... wat zegt u .... Dirk Schäfer ? ... Die heb 'k gehoord en nu ... nu wordt hij in de kranten geroemd als om strijd … Komt die komt die … De tranen schoten in z'n ogen ... hij wilde uit bed springen om zelf z'n instrument te gaan stemmen ... de dokter moest hem tot kalmte aanmanen ... de koorts kon terugkomen en dat zou veel van het genot bederven … De piano werd door 'n ander gestemd. En 's middags kwam de grote kunstenaar Dirk Schäfer per auto naar een der gewone stadswijken van Haarlem. In het kleine, sobere kamertje van de zieke heeft hij 'n vol uur gespeeld, in welk tijdsverloop hij die zijner beste nummers ten gehore bracht, die den kranke in vervoering brachten. Een stamelend woord van dank was het enige wat de kunstenaar aannam. Dat mooie trekje uit het leven van een groot man, die dagelijks stormende ovatie in ontvangst neemt, meenden wij niet aan de vergetelheid te mogen prijsgeven.


Dirk Schäfer Archive